Sulzano en het Rivalago Hotel

Door: Hans den Ouden. Drie dagen vertoeven in het RivaLago hotel in Sulzano, Italië, begint met het boeken van een vlucht. Dat doen we bij Ryanair. We vliegen vanaf Eindhoven Airport. Een eenvoudige luchthaven waar je nog, langs de landingsbaan, naar je vliegtuig moet lopen.
Na een klein uurtje vliegen landen we op het vliegveld van Milan Bergamo. We begeven ons naar het loket van Budget Car Rental en halen daar een Fiat 500 op. Na een rit van ongeveer drie kwartier minuten door een mooi en landelijk gebied met typisch Italiaanse huisjes komen we aan bij ons hotel. Het RivaLago hotel in Sulzano. We worden verwacht. De auto kunnen we parkeren in de garage van het hotel waar slechts plek is voor 16 auto’s. Het RivaLago hotel is een klein maar heel gemoedelijk hotel gelegen aan het Lago d’Iseo. We hebben een kamer met uitzicht over het meer. Romantischer kan niet.
Het hotel beschikt over slechts 28 kamers wat nagenoeg een garantie is voor een rustig verblijf. In de tuin van het hotel tref je twee zwembaden aan en een verwarmde Jacuzzi waar je tot laat in de avond , onder het genot van een drankje, gebruik van mag maken. Onze kamer ziet er verzorgd uit, net zoals de rest van het hotel. Het personeel is enorm vriendelijk en staan je netjes te woord in het Engels. Een spoedcursus Italiaans is echt niet nodig. In de verte kun je het eiland Monte Isola zien liggen. Door de ramen van de huisjes schijnt licht over het meer. Wat tijdens ons verblijf ontbreekt bij het hotel is de mogelijkheid om te dineren. Nu blijkt dat er in Sulzano één of ander Oktoberfeest gaande is. De meeste restaurants hebben dan hun deuren tot 17:00 uur geopend voor een bistro. Na die tijd kun je bij de diverse uitgestalde kraampjes op straat en pleinen allerlei soorten inheemse hapjes en maaltijden krijgen. Het lukt ons toch een restaurant te vinden vlakbij het hotel. Restaurant Villa Rosa. Na een flinke afdaling langs een steile afrit en een paar stenen trappen kom je in een grote hal uit. Daar begeleidt de ober je naar je tafeltje. Het geheel is ondergebracht in een enorm grote partytent. De stoelen komen rechtstreeks uit een kantine. Een door het restaurant aangeboden fles water wordt aangeboden als ware het de meest dure champagne. Omdat onze kennis van de Italiaanse taal nog slechter is als die van de Chinese taal proberen we zo goed en zo kwaad als het kan de menukaart te ontcijferen. Google Translate is ook dan weer m’n grootste vriend. We bestellen iets met gepureerde aardappelen en biefstuk. We krijgen een vierkant bord met in elke hoek een dot dunne substantie wat ons doet vermoeden dat dit de aardappelpuree zou kunnen zijn. Daar bovenop een stukje biefstuk ter grootte van een dikke duim. That’s it. We lachen en leggen ons erbij neer. We hebben ons laten foppen. Als ik een Cola bestel krijg ik een Levico BibiBio Organic cola. Ik laat me verrassen. Het smaakt echt naar Cola. We rekenen af. Bij het hotel nemen we nog wel een cappuccino. De twee vierkante borden moeten maar liefst €20 per stuk opbrengen. De borden mogen we niet houden.Goed. Weer wat geleerd. In het hotel gaan we, in de huiskamer, onderuit hangen met een heerlijke cappuccino. Daarmee komt aan een lange dag, waarin we best al veel ervaringen hebben opgedaan, een einde. Buona notte. Bij het krieken van de dag zie je de zon opkomen. Het meer is prachtig verlicht door de opkomende zon. Sulzano wordt langzaam wakker.
De dag beginnen we met een heerlijk ontbijt. In een gezellig en huiselijk ingerichte eetkamer kun je van alles krijgen. Van stokbrood tot knäckebröd en van een gekookt eitje tot en met de typisch Italiaanse Parmaham. Natuurlijk mag een heerlijke Italiaanse cappuccino niet ontbreken. Na het ontbijt gaan we naar de overkant, naar het eiland Monte Isola. Voor €10 heb je voor z’n tweeën een retourtje. Binnen enkele minuten ben je het meer overgestoken. Gelegenheid om zeeziek te worden heb je niet.
Eenmaal weer vaste bodem onder de voeten gaan we linksom het eiland rond. Waar je ook kijkt, het heeft allemaal wel iets weg van Venetië. Het is nog rustig op straat. Het is dan ook nog vroeg. Aan de overkant van het meer zien we Sulzano liggen met in het midden ons hotel. Alles ligt nog in de schaduw.
Omdat we al een tijdje onderweg zijn besluiten we om te keren en terug te gaan naar waar we zijn begonnen. We hebben trek in een kop koffie en zoeken een restaurantje op. Op onze terugweg merken we dat het al veel drukker geworden is op straat. Boten vol met toeristen maken de overtocht naar het eiland. Bij bar Tirlindana genieten we, in de zon en op het terras, van een heerlijke cappuccino. Pinnen kunnen we er niet. Gelukkig kun je flappen tappen bij de naastgelegen Banco di Brescia. Na dit welkome intermezzo (mooi Italiaans woord) besluiten we de andere kant van het eiland te verkennen. Maar eerst gaan we via een smal steegje naar boven. Het steegje heeft slechts tot nut dat bewoners bij hun woning kunnen komen.
Niet veel later komen aan in de Località Senzano. Die kun je helemaal aflopen naar het plaatsje Carzano. We kiezen voor de moeilijke variant en gaan via een smal pad langs de berg.

Tip: trek goede wandelschoenen aan. Op je nette stappers is het haast geen doen. Na bijna een half uur ons leven in de waagschaal gelegd te hebben keren we om. Volgens Google Maps zouden we nog een dik half uur bezig zijn voor we uiteindelijk op de plaats van bestemming komen.
Eenmaal weer terug op de beter begaanbare wegen gaan we weer langs de kust op weg naar het noorden. Maar eerst even iets eten en drinken bij Caffe Del Porti. Na een echt Italiaans ijsje gaan we op pad. Na een flinke wandeling van bijna een uur komen we aan in Carzano. Ook weer zo’n typisch klein Italiaans dorpje. De chiesa di San Giovanni staat in de steigers.

We houden het hier na verloop van tijd voor gezien en keren terug.  Ook nu lijkt de weg terug langer als de heenreis. Met de boot gaan we terug naar Sulzano. Moe van ruim 5 en een half uur wandelen nemen we plaats in de tuin van het hotel en nemen we een drankje. In de verte zie je de zon langzaam ondergaan. Dat merk je gelijk in de temperatuur. Overdag een heerlijke 20 graden. Zodra het avond wordt koelt het al snel af naar een graad of 14. In de avond moeten we weer zien te overleven qua restaurant. Weer lukt het ons niet om een geschikt etablissement te vinden. Dan maar een snelle hap bij Casa Comunale. Onze tafel wordt netjes gedekt met papieren placemats en plastic bestek in zo’n sealed cellofaantje. Je weet wel, waar ook een servetje in zit. We kunnen het niet bewijzen maar volgens mij komen de lasagne en de tortellini rechtstreeks uit de magnetron. Dat maakt ons niets uit. Wij kunnen tenminste zeggen dat we Italiaans hebben gegeten. Voldaan van het diner struinen we nog wat langs de kraampjes om vervolgens weer bij het hotel uit te komen. Na het ontbijt op onze derde en tevens laagste dag brengen we door in Brescia.
We checken uit en laten de bolide voorrijden. We bedanken de receptioniste van het hotel voor de gastvrijheid en gaan op weg. Bij het binnenrijden van Brescia zie je de fabrieken van Iveco staan. Een enorm complex midden in de stad. We rijden door naar het oude centrum. Omdat we om 14:00 uur de Fiat weer terug moeten brengen besluiten we een bezoek te brengen aan Castello di Brescia; we bezoeken het kasteel van Brescia.
Onderweg stuiten we op een peloton hardlopers. In wit met roze gekleurde shirtjes rennen ze door de smallen steile straatjes richting het kasteel. Jammer dat ik mijn hardloopschoenen niet bij me heb anders had ik gewoon meegelopen met de Race for the Cure. Onderweg naar het kasteel kom je langs Duomo Vecchio. Een kathedraal die volgens de eerste documentatie in de 11de eeuw gebouwd zou zijn. Van binnenuit hoor je het geluid van psalmen. Even stiekem kijken naar de kerkdienst. De kerk is helemaal leeg!!. Er staan alleen maar banken. De muurschilderingen zijn zwaar aangetast door vocht en ouderdom en zijn eenvoudigweg gestuukt. Zonde.

Maar waar kwam dan die muziek vandaan? Een toerist staat muntjes in een automaat te stoppen en prompt wordt psalm 25 vers 4 weer ingezet. Wat een deceptie. Aangekomen bij het kasteel besluiten we zover als mogelijk naar boven te lopen via de vele trappen. Eenmaal boven op het kasteel heb je een wijd uitzicht over de stad.

Het is tijd om te gaan. Met een kleine 3 kwartier komen we aan bij vliegveld Milan Bergamo. We gaan eerst de auto inleveren. We hadden ‘m vol getankt weer moeten inleveren. Maar ja, geen tankstation tegengekomen onderweg. Dan maar zo inleveren. De medewerker maakt de rekening op en laat mij een bonnetje zien van €130,32 zien. Ik vraag hem waar dat bedrag vandaan komt. Ik begrijp natuurlijk niets van termen zoals Tariffe di noleggio á € 53,10, Tariffe e supplementi á € 13,13 of Costo rifornimento voor de som van € 40,59. Begint die kerel me daar toch een stuk Italiaans te praten. Ik begrijp er niks van. Ik lach vriendelijk en groet hem en ga de luchthaven binnen. Nog even iets nuttigen en door naar de gate. Maar eerst nog wat inkopen doen. We vliegen om 15.55 uur. Via gate A6 gaan we naar buiten waar we ons vliegtuig instappen. Met een klein uurtje landen we weer op Eindhoven Airport. Drie dagen Italië zitten er helaas weer op. Wel hebben we het gevoel alsof we heel lang zijn weggeweest. We worden opgehaald door mijn jongste zoon in een dikke Ford Mondeo. We sluiten af met een diner bij Van der Valk Princeville. Dat smaakt goed, zo’n stevig diner. Resumé: heb je geen idee wat je in een weekend wilt doen? B vreng een bezoek aan Sulzano en omgeving. Je bent er even lekker tussenuit en je komt helemaal tot rust. Cultuur snuiven is natuurlijk altijd fijn.

Boek je hotel in Hotel Rivalago hier: http://www.rivalago.it/