Rondreis Vietnam: Part 1

MotorDe rode vlag met de gele ster wappert fier boven Hanoi terwijl ik mijn hand omdraai en een stoot gas geef. Mijn zojuist gekochte Honda Win schiet vooruit en ik geniet van de koele wind terwijl ik door de nauwe straten van Hanoi´s Old Quarter rijd. Nog nooit eerder een motor aangeraakt en nu in een stad met 6,5 miljoen inwoners leren rijden, het lijkt gekkenwerk. En dat is het misschien ook wel.

Laten we beginnen bij het begin: Hanoi. Na een tussenstop van 20 uur in Taipei kwam ik vanuit Amsterdam aan in de noordelijk gelegen hoofdstad van Vietnam. Een van de hoogtepunten van deze stad vormt het streetfood. Restaurantjes met de kleine typische plastic stoeltjes zie je overal. Noodle soep (pho) is verrukkelijk, vooral in combinatie met een versgetapte Bia Hoi. Een maaltijd inclusief een biertje kost je rond de 75.000 Dong, omgerekend zo’n drie euro. Je rijk voelen in Vietnam is overigens niet heel moeilijk; door de grote getallen op het briefgeld ben je bij het pinnen van 80 euro al miljonair! Hanoi vormt een prima plek om een aantal dagen te vertoeven om vervolgens één van de nieuwe zeven wonderen der natuur te ontdekken: Halong Bay. Met een Halong Bayboottocht over water door de karstbergen is een schitterende ervaring. Ondanks het feit dat deze plek vrij toeristisch is, vormt het een bijzondere plek in de wereld en hier rond peddelen in je kajak is een unieke ervaring.

Vanuit Hanoi wordt naast Halong Bay ook vaak de tocht naar het noordelijker gelegen Sa Pa ondernomen. Een vijf uur durende busreis brengt je tot vlakbij de grens met China waar je schitterende trekkingstochten kunt maken door de verschillende rijstvelden en waar je in indrukwekkende homestays kunt verblijven. Het unieke aan deze locatie is dat de rijstvelden als terrassen op de bergen zijn gebouwd. Mocht je in Sa Pa zijn gedurende de wintermaanden dan is het misschien verstandig om naar het meer zuidelijker gelegen Mai Chau te gaan. Terwijl de rijstvelden in Sa Pa dan nog vooral bruin zijn en de temperaturen laag, kleuren de velden van Mai Chau al fel groen en wordt je niet omgeven door hordes toeristen.

Mijn reis ging na Sa Pa dus per motor richting het zuiden. Voor vijf miljoen Dong was ik eigenaar van een prachtig stuk Japans vakmanschap: een echte Honda Win. Deze motoren, meestal rond de 110 cc, vind je door heel het land en zijn erg populair (onder backpackers). Mocht je ook een motor aan willen schaffen, let er dan buiten de gebruikelijke dingen (profiel van de banden, remmen en lampen) op dat je de juiste blauwe kaart die de motor toebehoort meekrijgt. Controleer het nummer op de kaart met het chassisnummer van de motor, zo weet je zeker dat je de juiste papieren bij de juiste motor hebt. Besef goed dat je onverzekerd rond rijdt, in principe moet je namelijk een Vietnamees rijbewijs hebbRijstvelden van Sa Paen om überhaupt op een motor to mogen stappen. Ondanks dit risico is motor rijden in Vietnam een van de beste ervaringen die je kan hebben en het is dan ook van harte aan te bevelen. Let wel: rijd niet harder dan je beschermengel vliegen kan!

Vanuit Hanoi reed ik 140 kilometer naar het zuiden, naar het eerdergenoemde Mai Chau. Mai Chau Nature Lodge biedt zowel dure (lodges) als goedkope (slaapzaal) overnachtingsmogelijkheden. Prachtig uitzicht over de rijstvelden, een koud Hanoi biertje en heerlijk eten maken dit tot een uitstekend verblijf.

Vanuit Mai Chau probeerde ik de grens met Laos over te steken maar ik had bij de grens behoorlijk wat pech. Een Nederlander zonder motorrijbewijs op een Vietnamese motor die probeert Laos in te komen zorgde bij de Laotiaanse douaniers voor behoorlijk wat vraagtekens en helaas werd me de toegang geweigerd. Onderweg schoot de ketting er ook nog af maar gelukkig zijn de mensen, in deze dunbevolkte delen van het land, enorm vriendelijk en was mijn motor binnen de kortste keren gratis gerepareerd.

Citadel van HueNa in verschillende kleine dorpjes te hebben overnacht was mijn eerste grote stop het nationale park van Phong Nha-Ke Bang. Dit Unesco werelderfgoed bestaat uit verschillende grote grotten waar je prachtig kunt wandelen en zelfs met een boot doorheen kan varen.

De omliggende natuur is schitterend. Rond rijden op een (gehuurde) motor of scooter is hier zeker aan te raden aangezien de wegen goed en rustig zijn.

Vanaf Phong Nha reed ik naar de oude keizerstad Hué, een route van ongeveer 200 kilometer langs de kust via de Highway 1. De andere ‘snelweg’, de Ho Chi Minh route, verloopt via het binnenland. Laatstgenoemde is een stuk mooier en vooral rustiger maar wanneer je in korte tijd meer afstand wilt afleggen is de Highway 1 aan te raden.

Hué is een prachtige stad, zo mooi dat Frank Boeijen er nog een nummer aan heeft gewijd Citadel van Hue‘Mooie dame uit Hué’. De enorme citadel en haar binnentuinen vormen het meest indrukwekkende gedeelte van de stad maar de omliggende muren en toegangspoorten mogen er ook zeker wezen. Hier rond fietsen is een leuke ervaring en zorgt ervoor dat je in de warmte toch nog een beetje kunt afkoelen. Daarnaast vind je op zo’n 20 minuten rijden vanaf Hué een mooi strand bij Beach Bar Hué. Eten en drinken is hier wederom goedkoop en de beach bar is uniek. Met de zon op je bol, je voetjes in het zand een koude Huda (hét bier uit Hué) kan er sowieso niet zoveel mis gaan natuurlijk.

Binnenkort meer over mijn reis door Vietnam in het tweede deel. Dan reis ik via Hoi An naar Dalat en doe ik de indrukwekkende miljoenenstad Ho Chi Minh (Saigon) aan.