Terug in de tijd in Cuba
Door: Wout van Aalst
Een vakantie naar de zon? Een bezoek brengen aan een fabriek waar sigaren nog met de hand gemaakt worden? Genieten van de heerlijkste cocktails? Het kan allemaal op het Caribische eiland Cuba! Vlieg binnen 10 uur vanaf Schiphol naar Havana en je waant je in een totaal andere wereld. Het voelt werkelijk als een reis terug in de tijd. Oude auto’s uit de jaren ’60 zie je constant voorbij komen en vervoer met paard en wagen is eerder regelmaat dan uitzondering.
Voor mij begon mijn reis begin juli 2010.
Een glimlach kwam op mijn gezicht toen ik besefte dat ik het regenachtige Nederland achter me had gelaten en hier, op Cuba, de aankomende elf dagen zou gaan genieten van de zon. De eerste oude Amerikaanse auto’s scheurden voorbij en die maakten mijn glimlach alleen maar groter. De tijd om Havana te verkennen was aangebroken. De beste manier om dit te doen is per taxi. Het is een stuk sneller en het scheelt een hoop stress wanneer je zelf niet tussen de paarden en luid toeterende bussen hoeft te rijden. Een taxi is niet duur en in de hele stad wordt hetzelfde tarief gehanteerd. Bezoek in Havana vooral het Capitolio. Een indrukwekkend gebouw ondanks het feit dat het een replica van het beroemde Capitool in Washington is.
Vervolg je weg naar het Plaza de la Catedral. Hier bevindt zich namelijk de Catedral de San Cristóbal; een van de mooiste kerken van Latijns-Amerika. Het is zeker geen ramp om in Havana te verdwalen, hierdoor ontdek je de mooiste straatjes die niet in een reisgids beschreven staan. Kijk vooral omhoog, schitterende gebouwen waar vanaf de verschillende balkons de salsa muziek luid te horen is. De warmte en drukte in het hoogseizoen kunnen soms wat overweldigend zijn dus neem daarom vooral genoeg tijd om even uit te rusten en water te drinken. In deze boeiende stad, waar enorm veel te beleven is raak je nooit uitgekeken.
Vanuit Havana vervolgde mijn reis zich, per huurauto, richting het Westen van het eiland naar Vinales. De huurauto’s in Cuba zijn uitstekend en van goede kwaliteit. De streek rondom Vinales staat helemaal in het teken van de tabaksplantages. Hier worden de beste sigaren van de wereld gemaakt. Maar er is hier meer te zien dan sigaren en tabak, de vallei van Vinales beschikt namelijk over een schitterende natuur. Deze wordt vooral bepaald door de vele mogotes (steile kalksteenformaties) die uit het niets uit de grond rijzen. Één mogote is toegankelijk voor publiek, de Cueva del Indio. In deze mogote kan een wandeling en een boottocht worden gemaakt. Wat ik zelf nog veel mooier vond dan de wandeling was het uitzichtspunt over de hele vallei. Sta hier een aantal minuten zwijgend stil om van het fantastische uitzicht te genieten.
Vanuit Vinales ben ik via Havana verder gegaan richting het Oosten van het land, om precies te zijn naar Santa Clara. Onderweg minstens tien keer verdwaald want over heel het eiland is nauwelijks een verkeersbord te bekennen. Borden van de revolutie daarentegen, die kom je overal tegen. Een snelheidslimiet is er niet gegeven maar door de enorm slechte wegen is harder rijden dan 60 kilometer per uur onmogelijk. Naast een enkele auto word de snelweg vooral bemand door verkopers, paard en wagen, tractoren, veel lifters en af en toe geiten. Onderweg is het dus oppassen maar vooral genieten van de prachtige bergen en de helderblauwe lucht.
In Santa Clara kwam een grote wens van mij in vervulling: een bezoek aan een sigarenfabriek. Hier werden de sigaren nog op de oude manier, met de hand, gedraaid. Ongeveer 80 Cubaanse vrouwen, ieder aan een klein tafeltje, zaten vingervlug te werken om de meest dure sigaren van de wereld te produceren. Bij de fabriek zat natuurlijk een sigarenwinkel en hier heb ik een aantal Monte Cristo’s ingeslagen. ’s Avonds na het eten, op het balkon met een ondergaande zon een plaatselijk Cristal biertje in de hand smaakten ze geweldig!
De volgende dag ging de reis verder via Trinidad. Wanneer je vanuit Santa Clara vertrekt kom je na ongeveer anderhalf uur uit bij Sancti Spiritus. Een ideale locatie voor een pauze aangezien de Torre Iznaga zich hier bevindt. Deze enorme toren kan via een wankele trap beklommen worden waarna je een prachtig uitzicht hebt over de hele omgeving. De oorsprong van deze toren gaat ver terug in de tijd, hij is namelijk gebouwd om de slaven in de gaten te kunnen houden die op de suikerplantages aan het werk waren. Vluchten was voor de slaven onmogelijk omdat je vanaf deze hoogte enorm ver kan kijken. Neem dus vooral je camera mee want het uitzicht wil je zeker vastleggen op de gevoelige plaat.
De weg vervolgde zich naar Trinidad, een stad die op de werelderfgoedlijst van Unesco staat. Als je één stap over de klinkers van Trinidad zet weet je al waarom; iedereen zou dit moeten kunnen bekijken. Schitterende kleine huisjes, allemaal geschilderd in bonte kleuren. Hier rondlopen is adembenemend. Wanneer je hier bent sla dan vooral het klooster ‘Iglesia y Convento de San Francisco’ niet over, vanaf deze kerk is de stad misschien nog wel mooier en het geeft je de kans Trinidad van een andere kant te zien. In het kleine parkje in het midden van de stad op Plaza Mayor kan je heerlijk uitrusten, neem hier goed de tijd om alles in je op te nemen want deze plek zul je niet snel vergeten.
Omdat het rondreizen en veel onderweg zijn, ondanks alle mooie dingen die je ziet, best vermoeiend is had ik besloten de laatste dagen van mijn vakantie in Varadero door te brengen. Varadero is een schiereiland ten Oosten van Havana. Dit stukje Cuba is een totaal ander Cuba dan het binnenland. Terwijl je onderweg redelijk wat armoede tegenkomt staan op Varadero enorme hotels en zijn de meeste all-inclusive. Hier is het vooral genieten van Havana Club, relaxen aan het zwembad en even een frisse duik in de zee nemen. Het strand is hagelwit, de zee helderblauw, kortom: het paradijs op aarde. Palmbomen die zachtjes wuiven en op het strand genieten van de zonsondergang. Varadero mag zeker niet overgeslagen worden maar als je het echte Cuba wilt zien, probeer dan vooral het binnenland in te trekken.
[wpgmappity id=”29″]